Op een terras ergens in Frankrijk in de zon,
Zit een man die het tot gisteren nooit won.
Maar z’n auto vloog hier vlakbij uit de bocht,
Zonder hem, zonder Herman…want die had hem net verkocht.
Herman in de zon op het terras,
Leest in ‘t AD dat-ie niet meer in leven was.
Zijn auto was volledig afgebrand,
En de man die hem gekocht had, stond onder zijn naam in de krant
Owohooo…even rustig ademhalen,
Owohooo…lijkt of het regent als altijd,
Maar het regent en het regent zonnenstralen…
Een week geleden in een park in Amsterdam,
Had ie z’n leven overzien en schrok zich lam.
Hij was een man wiens leven nu al was bepaald,
En van al zijn jongens dromen, was alleen het oud worden gehaald.
Owohooo…even rustig ademhalen,
Owohooo…lijkt of het regent als altijd,
Maar het regent en het regent zonnenstralen…
Op een bankje in het park kwam het besluit,
Noem het dapper, noem het vluchten, maar ik knijp ertussen uit.
Nu een week geleden en daar zat ie dan maar weer,
Met meer vrijheid dan hem lief was en nu wist ie het niet meer.
Herman leest wel honderd keer de krant,
Het staat er echt pagina 18 zwart omrand.
Hield ie vroeger al z’n meningen en al z’n dromen stil,
Nu is ie niks, niet, niemand, nergens meer….
Kan dus gaan waar ie maar wil!
Herman rekent af en staat dan op,
Hij heeft eindelijk de wind weer in z’n kop.
K’eb een tweede kans gekregen en dat is meer dan ik verdien,
Maar als dit het is, is dit het…
Als dit het is, is dit het, als dit het is, is dit het en we zullen het wel zien…
Owohooo…even rustig ademhalen,
Owohooo…lijkt of het regent als altijd,
Maar het regent en het regent zonnenstralen…
Owohooo…even rustig ademhalen,
Owohooo…lijkt of het regent als altijd,
Maar het regent en het regent zonnenstralen…
En het regent zonnestralen!