Zie ginds komt de stoomboot uit spanje weer aan
Hij brengt ons sint nicolaas, ik zie hem al staan
Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer
Hoe waaien de wimpels al heen en al weer.
Zijn knecht staat te lachten en roept ons reeds toe :
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!
Och lieve sint nicolaas, och kom ook bij mij.
En rij dan niet stilletjes ons huisje voorbij.
(en rijd toch ons huisje vooral niet voorbij!)
(en rijd toch niet stilletjes ons huisje voorbij!)
Sint nicolaas, de bisschop, schrijft op in zijn boek
Al wat hij gehoord heeft bij ‘t jaarlijks bezoek
Wie zoet was, wie stout was hij schrijft het er bij.
Wat zou hij wel schrijven van jou en van mij?